Simpel gezegd
Technische uitleg
Instructies / Video’s
Links
RAID wordt vaak op Servers en NAS’en gebruikt om dataverlies te voorkomen.
- Bij RAID wordt vaak gesproken of Striping en Mirroring en/of een combinatie van beide
- Striping of RAID 0 betekent dat dat de schijfruimte van twee of meer schijven bij elkaar wordt opgeteld om een groter Volume te krijgen. Bij Striping wordt de data verdeeld over de aanwezige schijven maar er is geen Fault tolerance aanwezig waardoor bij een defect aan een schijf (nagenoeg) alle data verloren gaat.
- Mirroring of RAID 1 betekent dat de schijfruimte van twee of meer schijven gespiegeld wordt. Alles wordt dubbel weggeschreven op beide (of meer schijven) waarbij er wel fault tolerance is. Dit houdt in dat ale er één schijf defect raakt de ander het overneemt (Redundant)
- Veel voorkomende RAID configuraties:
- RAID 0 (Striping) (Bij RAID 0 zijn er minimaal 2 schijven nodig)
- RAID 1 (Mirroring) (Bij RAID 1 zijn er minimaal 2 schijven nodig)
- RAID 5 (bij RAID 5 zijn er minimaal 3 schijven nodig en wordt er gebruik gemaakt van een pariteitsbit)
- RAID 1+0 (Bij RAID 1+0 zijn er minimaal 4 schijven nodig)
- RAID 0+1 (Bij RAID 0+1 zijn er minimaal 4 schijven nodig)
- Vaak is er ook een Hot-spare aanwezig. Dit is een extra schijf die pas in gebruik wordt genomen zodra één van de andere schijven faalt of als er extra ruimte (een groter Volume) nodig is. De naam Hot-Spare bestaat uit twee delen:
- Hot – Direct te gebruiken. De schijf bevindt zich al in het disk-array (schijvensysteem) en is klaar voor gebruik.
- Spare – Reserve. Het betreft een reserve schijf die enkel gebruikt gaat worden in geval van een defect aan één van de andere schijven of bij een behoefte aan een grote Volume.